Het ontstaan van dit geweldige ras

De ragdoll is in de jaren 60 in Amerika ontstaan. We hebben dit ras aan Ann Baker te danken.

Een niet raszuivere witte Perzische langhaar poes was een van de voorouders van de Ragdoll. Deze kat, genaamd Josephine leefde rondom huis en had al een paar nakomelingen.

Na een ongeluk kreeg Josephine kittens. Deze kittens waren heel anders ,ze hadden allemaal blauwe ogen, lang, niet viltend haar, een liefdevol karakter en bleken zeer groot te worden. ze waren erg lief, speels en totaal ontspannen. Ook waren ze dol op menselijke aandacht.

Ann Baker heeft de Ragdoll in eerste instantie gefokt om de karakter eigenschappen. Mevrouw Baker begon met een fokkerslijn met een van haar Heilige Birmanen en met Josephine. De “traditionele” kleuren zijn ontstaan uit kater Daddy Warbukcs, die het uiterlijk had van een Heilige Birmaan  , en zijn dochter Raggedy Ann Fugianne, die ook wel een slecht getekende bi-colour wordt genoemd.

Ann Baker heeft de Ragdoll als “trademark “ officieel laten registreren en een nieuw ras was geboren.

De eerste Ragdoll kwam in 1989 naar Nederland, en hebben veel mensen kennis kunnen maken met dit relaxte ras.

Aftekening en kleuren van de Ragdoll ( in grote lijnen)

Kleuren:

Seal, Blue, Red, Lilac en Cream

Variaties:

Colourpoint, Mitted, Bicolour

Karakter beschrijving

Een ragdoll heeft een geweldig karakter, zijn erg op mensen gericht dus heel sociaal. Ze kunnen zich helemaal slap houden , als je ze optilt. Ze blijven tot hoge leeftijd speels, zijn geen vechtersbazen, maar een allemansvriend. Ons Catootje laat zich elke dag wassen door onze honden, en ligt s'avonds heerlijk tussen de roedel op de bank.

Ragdolls zijn kalm, maar toch ook wel actief en willen graag spelen. Door hun makkelijk karakter kunnen Ragdolls goed overweg met andere dieren in huis, en kinderen zijn ook geen probleem. Ze gebruiken zelden hun nagels als ze spelen. Ragdolls kunnen gemakkelijk in een klein appartement gehouden worden, en vinden het prima om altijd binnen te zitten. Je moet dan wel met ze spelen en ze voorzien van kattenspeeltjes en een klimpaal. Om precies te zijn: Ragdolls mogen eigenlijk nooit alleen naar buiten, omdat ze (te) goed van vertrouwen zijn en iedereen zien als een vriend. Dat goede vertrouwen zie je ook in de manier waarop mensen met ze omgaan: Je kan een Ragdoll op zijn rug leggen en ze als een baby vervoeren, je kan ze in je nek leggen en dragen als een stola. En, in tegenstelling tot andere katten, Ragdolls houden ervan om geaait te worden op hun buik. Daar is ons Catootje een levend bewijs van!!